Een schoen! Wat moet ik daarmee doen? Is het voor aan mijn oor? Nee! Is het voor aan mijn neus? Nee! Is het voor aan mijn hand? Nee! Is het voor aan mijn voet? Ja, dat is goed! We pasten schoenen aan onze voetjes, grote en kleine schoenen. We konden ook genieten van het blote voetenparcours. Daarvoor moesten we wel onze schoenen uitdoen.